Beveiligingseigenschappen

Geef beveiligingseigenschappen op voor het geopende PDF-document of wijzig deze, stel wachtwoorden in waarmee het document kan worden geopend of waarmee u kunt aangeven welke acties zijn toegestaan of verboden en/of codeer het document met certificeringsschema’s.

 

Open op een van de volgende manieren het venster Beveiliging van het dialoogvenster Documenteigenschappen:

  • Selecteer Document > Documenteigenschappen en klik op het tabblad Beveiliging.

  • Klik boven in de verticale schuifbalk op ►, kies Documenteigenschappen en klik op het tabblad Beveiliging

  • Selecteer Document > Beveiliging > Beveiligingseigenschappen.

  • Klik op de werkbalk Beveiliging op de pijl omlaag bij de knop Venster Beveiliging en kies in de vervolgkeuzelijst Beveiligingseigenschappen.

Bekijk het overzicht van toegestane acties voor het document en kies een beveiligingsmethode.

  • Geen beveiliging: Standaard zijn alle acties toegestaan. Selecteer deze optie om alle beveiligingseigenschappen van het document te verwijderen (als u daartoe gemachtigd bent).

  • Wachtwoordbeveiliging: Selecteer deze optie om het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging te openen. Zie Wachtwoordbeveiliging voor meer informatie.

  • Certificaatbeveiliging: Selecteer deze optie om de wizard Instellingen certificaatbeveiliging te openen. Zie Certificaatbeveiliging voor meer informatie.

De nieuwe instellingen worden van kracht als u de wijzigingen in de beveiligingseigenschappen en het document heeft opgeslagen. Klik op Details om de gewijzigde instellingen te bekijken. Klik op Instellingen als u nog meer wijzigingen wilt aanbrengen.

 

 

Beveiligingseigenschappen