In- en uitzoomen op pagina’s
U kunt een pagina weergeven met elke grootte die binnen het zoombereik valt. Als het formaat bij het inzoomen groter wordt dan het venster, kunt u met het Handje de pagina verplaatsen.
Zoomknoppen gebruiken
Klik op de weergavebalk op de Zoomknoppen naast het vak met de zoomfactor om de huidige documentweergave te vergroten of verkleinen. U kunt ook een vooraf ingestelde zoomoptie kiezen of direct het gewenste percentage invoeren.
De knoppen Inzoomen / Uitzoomen gebruiken
Selecteer op de hoofdwerkbalk de knop Inzoomen voor een grotere weergave of Uitzoomen voor een kleinere weergave. U kunt ook onder In-/uitzoomen in het menu Beeld de opdracht Inzoomen of Uitzoomen kiezen.
Als een van de zoomknoppen is geselecteerd, kunt u met de Ctrl-toets schakelen tussen Inzoomen en Uitzoomen.
De knop Dynamisch in-/uitzoomen gebruiken
Als u op deze knop klikt, kunt u met de muis de paginaweergave vergroten of verkleinen. Sleep de aanwijzer omhoog om in te zoomen en omlaag om uit te zoomen.
De knop Loep gebruiken
Klik op deze knop om het paginagedeelte in het venster Loep groter weer te geven. U kunt de schaal van de loep wijzigen en deze overal binnen het programmavenster plaatsen.
-
Kies op de werkbalk In-/uitzoomen de knop Loep.
-
Selecteer het gewenste paginagedeelte. Het venster Loep verschijnt.
-
Selecteer een zoomfactor. Er verschijnt een rechthoek om het weergegeven gebied op de pagina.
-
Verplaats de rechthoek om andere delen te zien.
-
Wijzig desgewenst de kleur van de rechthoek.
-
Sluit het venster Loep als u klaar bent.
In- en uitzoomen via paginaminiaturen
Een rode rechthoek in de miniatuur geeft aan welk deel van de pagina wordt weergegeven. Versleep in het navigatievenster de hele rechthoek of de hoeken ervan om een ander deel van de pagina weer te geven.
Opmerking
Gebruik het Handje om door de pagina te bladeren. U kunt het gedrag van het Handje definiëren via Bewerken > Voorkeuren > Algemeen > Overig.