Tekstvakken
Klik op de werkbalk Opmerking op de knop Tekstvak om zichtbare opmerkingen toe te voegen. Teken een vak door de muisaanwijzer te verslepen en voer tekst in. Het tekstvak past zich aan de hoeveelheid tekst aan. Als u na de tekstinvoer teksteigenschappen wilt wijzigen, selecteert u de gewenste tekst, klikt u met de rechtermuisknop in het vak, kiest u in het snelmenu de optie Eigenschappen en gebruikt u de onderstaande werkbalk.
U kunt een bestaand tekstvak selecteren met het Handje of de functie Tekstvak. Dubbelklik erop om de tekst te wijzigen. Als u teksteigenschappen wilt wijzigen, selecteert u een deel of de gehele tekst en klikt u met de rechtermuisknop en kiest u Eigenschappen. Vervolgens wordt deze werkbalk weergegeven:
Klik op Instellen om de huidige instellingen op te geven als standaardwaarden. U kunt ook standaardwaarden voor tekstvakken opgeven door Bewerken > Voorkeuren > Opmerking te selecteren.
Klik op de knop Object selecteren op de werkbalk Standaard of het Handje om een tekstvak te verplaatsen of te vergroten of verkleinen. Als u de weergave wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop en kiest u Eigenschappen. Geef vervolgens de randstijl, dikte en kleur, opvulkleur en dekking voor het tekstvak op. U kunt ook de auteur, het onderwerp en de geschiedenis van het tekstvak bekijken. Als u ongewenste wijzigingen wilt voorkomen, selecteert u de optie Beveiligd.
Klik op de knop Toelichting op de werkbalk Opmerking in plaats van Tekst. Hiermee voegt u aan het tekstvak een pijl toe naar de betreffende plaats op de pagina.
Tekst die u heeft toegevoegd als een tekstvak of een toelichting, blijft als annotatie staan. Zie hieronder wat u daar verder mee kunt doen.
Werken met tekstvakken, typemachinevakken en typemachineteksten
Hier vindt u praktische aanwijzingen hoe u de functies Tekstvak, Typemachine en Typemachinevak kunt gebruiken en in welke opzichten ze van elkaar verschillen. Bij alle drie functies kan een spellingcontrole worden uitgevoerd.
Een item plaatsen
Kies de functie Tekstvak (werkbalk Opmerkingen) of de functie Typemachinevak (werkbalk Geavanceerd), klik op de pagina en sleep het vak naar de gewenste grootte. Een cursor in het vak geeft aan dat u tekst kunt opgeven. De tekstvakken worden in de hoogte aangepast als u meer tekst invoert. Als u een typemachinetekst wilt plaatsen, kiest u de bijbehorende knop (werkbalk Geavanceerd), klikt u op de gewenste locatie en voert u de gewenste tekst in.
Tip
Deze functies blijven allemaal actief nadat u een item heeft geplaatst. Met iedere nieuwe klik wordt een nieuw item gemaakt. Als u geen items van hetzelfde type meer wilt maken, kiest u het Handje. Als u bijvoorbeeld klaar bent met het plaatsen van Typemachinevakken en de functie nog actief is en u vervolgens een bestaand vak wilt wijzigen, moet u heel precies op de rand van dat vak klikken, waarbij het middelpunt van de cursor op de rand ligt. Als u elders in het venster klikt, wordt een nieuw typemachinevak gemaakt.
Weergave in het venster Opmerkingen
Tekstvakken en toelichtingen zijn annotaties. Ze worden daarom weergegeven in het venster Opmerkingen, u kunt erop reageren en er conversaties over hebben, ze hebben een revisiestatus en u kunt ze migreren. Typemachine-items verschijnen niet in het venster Opmerkingen.
Een bestaand item selecteren
Tekstvak: U kunt een bestaand tekstvak selecteren met het Handje, de functie Tekstvak (om tekst te wijzigen) en de functie Object selecteren (om de eigenschappen van een tekstvak te wijzigen).
Typemachinevak: Gebruik een van de Typemachine-functies en klik binnen de randen van het vak. U kunt typemachine-items ook selecteren met de retoucheerfuncties om ze te wijzigen of verplaatsen.
Typemachinetekst: Gebruik de functie Typemachine of Tekst retoucheren en klik op de tekst om een bewerkingsvak te maken. Dit werkt precies zoals de functie Tekst retoucheren op een echte PDF-tekst.
De opmaak wijzigen voor geselecteerde tekst
U kunt in alle drie de gevallen de opmaak van geselecteerde tekst wijzigen. Selecteer het item zoals beschreven, dubbelklik om een tekstcursor zichtbaar te maken, selecteer tekst, klik met de rechtermuisknop en kies Eigenschappen. Als u alle tekst in een item wilt wijzigen, moet u alles selecteren. Als u eigenschappen wijzigt als de cursor zichtbaar is, maar er geen tekst is geselecteerd, blijft de tekst ongewijzigd. In tekstvakken zonder geselecteerde tekst kunnen gewijzigde waarden niet worden ingesteld als standaardwaarden. In typemachineteksten en -vakken kunnen wijzigingen wel als standaardwaarden worden ingesteld zonder dat tekst is geselecteerd. Ze worden vervolgens toegepast op alle volgende typemachine-items.
Voorkeuren en standaardinstellingen
Opmaakwijzigingen die u via Bewerken > Voorkeuren > Opmerkingen heeft ingesteld als standaardinstelling, hebben alleen gevolgen voor nieuwe tekstvakken. Ze hebben geen invloed op de tekst in bestaande tekstvakken en worden niet toegepast op typemachineteksten. U kunt de standaardinstellingen ook wijzigen als u in het dialoogvenster Eigenschappen van tekst in tekstvakken op Instellen klikt en vervolgens op OK om te bevestigen. U kunt de standaardinstellingen voor de typemachinefuncties op dezelfde manier instellen. Voor zowel typemachinetekst als tekst in typemachinevakken wordt één set standaardinstellingen opgeslagen. Deze standaardinstellingen gelden niet voor tekstvakken.
Documenten terugbrengen tot één laag en inspecteren
Met de opdracht Eén laag maken kunnen tekstvakken worden omgezet van annotaties in documentobjecten (dan worden ze net als typemachineteksten). U kunt ze verwijderen met Document inspecteren. Eén laag maken en document inspecteren hebben geen gevolgen voor typemachineteksten.